Verminderd seksueel verlangen bij de vrouw

Mensen verschillen wat betreft hun behoefte aan seks. Vaak zien we verschillen in behoefte tussen mannen en vrouwen. Maar ook binnen de groep mannen en vrouwen kan het verschillen. Wanneer beiden partners tevreden zijn over hun eigen en elkaars behoefte is er vaak geen probleem. Maar het is niet ongebruikelijk dat er bij stellen een verschil zit wat betreft hun behoefte aan seksuele activiteit. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar de frequentie waarmee mensen seks hebben en de resultaten zijn uiteenlopend. De meeste Nederlanders hebben niet meer dan drie keer per maand seks (1). Het veel gehoorde gemiddelde van ‘twee keer per week’ wordt dus meestal niet gehaald. Volgens Monitor Seksuele Gezondheid 2023, een onderzoek van de Rutgers, rapporteren vrouwen vaker dan mannen een seksueel probleem te hebben, respectievelijk 15% en 8%. Bij mannen komen erectieproblemen (4%) en vroegtijdig klaarkomen (3%) het meest voor. Bij vrouwen gaat het vooral om problemen met seksueel verlangen (8%) en vochtig worden (6%). Het percentage mannen dat tenminste één seksuele disfunctie heeft is iets afgenomen in vergelijking met 2017. Onder vrouwen is dit percentage stabiel gebleven (1). Mannen ervaren meer positieve seksuele gevoelens dan vrouwen. Zo zegt 91% van de mannen en 70% van de vrouwen erg te genieten van seks. De groep mensen die tevreden is over hun seksleven (56%), is een stuk kleiner dan de groep die zegt te genieten van seks.2 Mogelijk zijn mensen meer tevreden over de kwaliteit dan over de kwantiteit van hun seksleven. Driekwart van de mensen (75%) is bijvoorbeeld tevreden over de mate van verbondenheid met de ander tijdens seks, terwijl minder dan de helft (48%) tevreden is over hoe vaak ze seks hebben.

Op de website van Rutgers staat het volledige rapport en hieronder vind je een directe link naar het rapport.

De seksuele interesse/opwindingsstoornis kenmerkt zich door een duidelijke vermindering van seksuele belangstelling en/of opwinding zoals blijkt uit minstens drie van de volgende kenmerken:

1. 1. afwezige/verminderde interesse in seksuele activiteit;
   2. afwezige/verminderde seksuele /erotische gedachten of fantasieën;
   3. geen/verminderd initiatief tot seksuele activiteit en meestal niet ontvankelijk voor het initiatief van de partner;
   4. afwezige/verminderde seksuele opwinding/plezier tijdens seksuele activiteit in bijna alle of alle (ongeveer 75%-100%) seksuele situaties;
   5. afwezige/verminderde seksuele interesse/opwinding in reactie op interne of externe seksuele/erotische prikkels;
   6. afwezige/verminderde genitale of niet-genitale sensaties tijdens seksuele activiteit in bijna alle of alle (ongeveer 75%-100%) seksuele situaties.

Om aan de DSM-criteria van een specifieke seksuele disfunctie te voldoen mogen de klachten niet het gevolg zijn van niet passende seksuele stimulatie, of veroorzaakt worden door een andere mentale stoornis of medisch probleem, medicatie, relatieproblemen of andere stressoren. Daarbij moet er sprake zijn van lijden: de persoon zelf moet dit zelf als last ervaren (dus niet de partner).